We schrijven 2032 als ik, nadat ik een ochtend op mijn kleinkinderen heb gepast, op weg ga naar kantoor voor enkele buurtmediations.
Na de intakes via de beeldtelefoon heb ik partijen nu zover gekregen dat ze naar kantoor komen. Ik ben één van de ouderwetse mediators; face-to-face contact blijft mijn voorkeur houden. Mijn collega’s vinden me hopeloos inefficiënt en begrijpen niet dat ik een echte handdruk verkies boven een afgesproken duimpje op de opvolger van de opvolger van Facebook.
Ik zucht eens diep en schud het gevoel van me af dat ik deze discussie al zo vaak gehoord heb. Weer is de ene buur woest op de andere buur wegens ongepast Dronegedrag. De meneer van nummer 24 is ervan overtuigd dat de Drone van de meneer op nummer 28 expres langs vliegt als zijn vrouw onder de douche staat. De meneer van nummer 28 daarentegen vindt dat de meneer van nummer 24 met zijn dronewerende systemen, die de besturing storen, zijn vogelaarshobby onnodig verstoort. De meneer van nummer 28 vindt dat het tellen van de merels die nestelen in de tuin van nummer 22 veel belangrijker is dan de toevallige beelden van de blote mevrouw van nummer 24. Die merels zijn nou eenmaal het best te spotten als de drone vlakbij het badkamerraam van nummer 24 hangt.
De afspraak die meestal wordt gemaakt in dit soort situaties, werkt ook nu. De meneer van nummer 28 betaalt het automatische rolgordijn van de badkamer van nummer 24. Deze zal zo worden ingesteld dat deze gesloten wordt zodra er een drone binnen vijf meter vliegt en kan geopend en gesloten worden via een app op het horloge van de beide buren van nummer 24. Ik durf er een goede fles wijn op te zetten dat de merels van nummer 22 opeens ook niet meer interessant zijn.