Veel van de bemiddelingen die wij uitvoeren hebben te maken met cultuur. Het voorbeeld van de storende oproep voor het ochtendgebed van de moskee, waarna de buurman van de kerkklokken niet meer kan slapen, is heel sprekend. Maar cultuur is meer dan dat.
Het gaat in onze bemiddelingen over angst voor het onbekende, oordelen die worden bevestigd door politici en sommige media. Het gaat over niet goed weten wat je moet zeggen tegen elkaar. En deze ongemakkelijkheden, onmachten en angsten worden vertaald in klachten over etensluchtjes, geluid en fietsen voor de deur.
Er gaan zoveel dingen kapot doordat mensen vinden dat hun eigen feesten en gebruiken voor moeten gaan. Dat niemand mag klagen over de gesloten winkels met Kerst, maar dat we wel mogen mopperen op kinderen die vrij willen met het Suikerfeest. Dat er vooral niet gemopperd mag worden over bepaalde kleding, maar wel gelachen wordt als er een kruis wordt geslagen. Polarisatie op de vierkante centimeter zorgt voor ongelooflijk veel leed. Kinderen die van elkaar zouden kunnen leren, leren in plaats daarvan elkaar te veroordelen.
Ooit had ik buren met een islamitische achtergrond. En volgens mij wisten wij er op onze eigen vierkante centimeter iets moois van te maken. Het ging niet alleen over het verdragen van de gewoonten van de ander, we hielden rekening met elkaar. We waarschuwden elkaar als er een feestje was. Wij mopperden niet als het Suikerfeest werd gevierd, wij verheugden ons op de enorme schaal met lekkers die steevast de dag erna bij ons werd langsgebracht. Ik denk dat ons geheim was dat we ons helemaal niet afvroegen of “de ander er wel bij hoorde”. We kozen voor een fijne eigen vierkante centimeter.