Laten we achteruit rijden

Begin juli was het erg warm weer. bij een graadje of 26 reed ik naar kantoor, met een grote kwarktaart in de auto. Onze stagiaire ontwikkelingspsychologie van de UVA zat klaar voor een eindevaluatie en mijn man had voor die gelegenheid een heerlijke taart gemaakt. Zolang je rijdt en de temperatuur dankzij de airco laag genoeg wordt gehouden, hoef je je over taart in de auto geen zorgen te maken. Anders wordt het, als je op een plek waar je het totaal niet verwacht  een lange rij stilstaande auto’s tegenkomt. Achter aansluiten op de A44.

Ik dacht Erg Slim te zijn en nam de eerste afslag. Die weg leidde me eigenlijk redelijk automatisch de volgende oprit op…zodat ik op de oprit achteraan kon sluiten. Wat bleek? De Kaagbrug ging niet meer dicht.

Inmiddels was het wel een graadje of 27. Ik stond stil op de oprit van de A44 in een zwarte auto en een kwarktaart. Niet alleen maakte ik me zorgen over het in de soep lopen van deze afspraak en de afspraken later op de dag, ook de staat van de taart begon een serieus probleem te worden in mijn hoofd. Ik overwoog net om mijn collega filerijders, die inmiddels net als ik op de vangrail in het zonnetje zaten, een stukje taart aan te bieden, toen de bestuurster van pakweg de achtste auto voor me, naar me toe kwam.

Zij sprak de wat mij betreft inmiddels legendarische woorden: “Zullen we met zijn allen achteruit rijden? “ Even keek ik haar schaapachtig aan. De zonnebrand die ik erbij gehaald had, stopte ik weer in mijn tas. Achteruit rijden? Nog voor ik kon zeggen dat ik hetzelfde ook net had bedacht (wat uiteraard absoluut niet waar was), was zij al weer drie auto’s verder. Nadat ze alle automobilisten op de oprit (ik schat toch zeker een auto of dertig) had aangesproken, kwam ze enthousiast teruglopen en riep tegen ons in het voorbijgaan: “Gelukt hoor, iedereen gaat achteruit.”. De bestuurder van een wit busje voor me, die al een kwartier met klanten en opdrachtgevers in gesprek was geweest, zei met een enigszins verbaasde uithaal: “Oh, wacht we gaan achteruit rijden!” en hing op.

Ik stapte de auto in en binnen twee minuten reed de auto achter mij al naar achteren. Nog geen minuut later draaide ik aan het begin van de oprit mijn auto en kon ik, weliswaar via een omweg, gewoon naar kantoor om de taart te delen met de stagiaire.

Misschien kunnen wij als mediators een enkele keer ook eens tegen onze cliënt zeggen: zullen we achteruit rijden? Zullen we niet met zijn allen vast gaan staan in het conflict, maar gewoon met elkaar achteruit rijden?

Posted in blog.